Geschiedenis van Mexico in een notendop
 Vanuit
Azië kwamen de Indianen naar Amerika. Ze trokken over de
Beringstraat. Rond 20.000 jaar voor Chr. bereikten ze het
gebied dat nu Mexico heet. De oudste geschiedenis van Mexico
is in feite de geschiedenis van de oud-Amerikaanse Indianencultuur.
Deze Mexicaanse geschiedenis is grofweg in de volgende periodes
onder te verdelen:
1200 - 400 v.Chr.: de periode van de Olmeken
200 v.Chr. - 800 n.Chr: de Klassieke Periode
waarin diverse culturen naast elkaar bestonden, zoals de
Maya’s, de Zapoteken, de Mixteken en de Tolteken
1300 - 1521 n.Chr: de Azteekse periode
In 1521 kwamen de Spanjaarden naar Mexico
onder leiding van Hernán Cortés.
In 1821 kwam er een einde aan de Spaanse
overheersing.
burgeroorlogen
In 1857 werd Mexico een republiek. In
het midden van de negentiende eeuw vond een burgeroorlog
plaats, tijdens welke de liberalen de overwinning behaalden
op de conservatieven. De conservatieven werden vertegenwoordigd
door de blanke elite van het leger en de katholieke kerk,
die tot dan toe de grootste grootgrondbezitter was en veel
economische macht had. De conservatieven hadden steun in
het buitenland gezocht en als gevolg daarvan vielen in 1862
de Fransen Mexico binnen en werd de Habsburgse aartshertog
Maximiliano tot keizer van Mexico gekroond, dit tot groot
genoegen van de conservatieven. In 1867
versloegen de liberalen onder leiding van Benito Juarez
de Fransen en daarmee de conservatieven. Benito Juarez was
de eerste president van Mexico van indiaanse afkomst. Het
grondbezit van de kerk werd niet geduld en geconfisceerd,
maar in een later stadium werden ook de communale gronden
van de Indianen, de ejidos waar niemand een formeel
eigendomsrecht op kon doen gelden, onteigend en verkocht
aan de meest biedende. Voor de traditionele indianengemeenschappen
was dit funest. Zij raakten hun land kwijt en speculanten,
politici, bankiers en industriëlen kochten land op. Mensen
met geld konden land kopen en zo kreeg een minderheid van
de bevolking het meeste land in handen.
Van 1876 - 1911 was dictator Porfirio Díaz
aan de macht. De concentratie van grondbezit nam tijdens
de heerschappij van Porfirio Díaz alleen maar toe.
In 1910 was 80% van de bevolking afhankelijk
van de landbouw, maar meer dan 96% van de families op het
platteland beschikte in het geheel niet over een eigen stukje
land. Aan het einde van het Porfiriato was ook nog
eens 14 tot 20% van het totale landoppervlakte in handen
van buitenlanders, en dan met name Amerikanen. De Amerikaanse
krantenmagnaat William Hearst werd voor een prikje grootgrondbezitter
en moest als tegenprestatie het Mexico van Porfirio Díaz
een ‘positieve pers’ bezorgen.
Revolutie
Van 1911 - 1920 vond er een revolutie
plaats, aangevoerd door Francisco Madero en gericht tegen
de dictatuur van Porfirio Díaz. Madero werd in 1913 slachtoffer
van een samenzwering en vermoord. Het volk kwam daardoor
nog meer in opstand. Emiliano Zapata en Pancho Villa voerden
de boerenopstand aan. Tijdens deze opstand eisten de boerenleiders
Zapata en Villa land op van de grootgrondbezitters.
In 1929 werd de ‘partij van de revolutie’,
de PNR opgericht, in 1939 wordt deze omgedoopt
tot PRM, Partij van de Mexicaanse Revolutie en in 1946
herdoopt tot de PRI, de geïnstitutionaliseerde Revolutionaire
Partij. Deze laatste partij heeft tot ver in de jaren negentig
de politiek van Mexico overheerst.
Zapatistas
In de achtergebleven gebieden heersen nog feodale verhoudingen.
Een groot deel van de bevolking leeft hier onder de armoedegrens
en ondervoeding komt veel voor. In de deelstaat Chiapas,
waar voor het merendeel indiaanse volken leven, braken in
1994 onlusten uit als gevolg van ontevredenheid
van deze volken met hun economische en sociale status. De
rebellen die voor de onlusten en verschillende politieke
acties verantwoordelijk waren, noemen zich de Zapatistas
en zijn tot op heden actief.
Bestuur & Politiek
De officiële naam van Mexico luidt: Estados Unidos Mexicanos.
Er zijn 31 deelstaten die in naam ‘vrij en soeverein’ zijn.
Het Distrito Federal (federaal district) waarin de
hoofdstad Mexico-Stad ligt is geen deelstaat, maar valt direct
onder de nationale regering. De regente of burgemeester
van Mexico-Stad wordt rechtstreeks benoemd door de president
en is lid van het Mexicaanse kabinet.
Tijdens het presidentschap van president Miguel de la Madrid
(1982-1988) kregen de deelstaten en gemeenteraden wat meer
autonomie. Wegens magere budgetten van de lokale en regionale
overheden komt er in de praktijk niet veel terecht van federalisme
en decentralisatie. De deelstaten hebben hun eigen gekozen
gouverneur en congres, tot voor kort gecontroleerd door de
PRI en de boeren-, arbeiders-, en middenklassenorganisaties.
In feite wijst echter meestal de president de man of vrouw
van zijn keuze aan, wanneer er een belangrijke functionaris
moet worden aangewezen, via een destape - letterlijk
‘onthulling’. In het Mexicaanse stelsel blijft de president
de centrale figuur.
De Mexicaanse Tweede Kamer bestaat uit 500 afgevaardigden,
waarvan er om de zes jaar 200 proportioneel gekozen worden
en 300 via een systeem van relatieve meerderheid in de kiesdistricten.
De oppositie heeft een minimum van 30% aan zetels, maar
het ingewikkelde systeem is zo ontworpen dat het voor de
oppositie praktisch onmogelijk is de meerderheid in het
parlement te verwerven. De Senaat, die weinig macht heeft,
wordt gekozen met een systeem van relatieve meerderheid
in de deelstaten. Om de drie jaar wordt de Senaat vernieuwd.
|