Het wereldwonder Ngorongoro
 De
Ngorongoro caldera met zijn uitgestrekte grasvlakte, z’n
bomen, heuvels en het grote meer in het midden, is een waar
dierenparadijs. De kraterwanden rijzen steil omhoog tot
ongeveer 600 meter vanaf de bodem. Riviertjes en bronnen
voeden er een moerasgebied en een sodameer. Voor het overige
varieert het landschap van droog, open grasland tot struikgewaszones
en dicht loofbos.
In de Ngorongoro krater leven diverse roofvogels, gnoes,
zebra's, gazellen, hyena’s, olifanten, jakhalzen, luipaarden,
cheetah's, buffels, nijlpaarden, neushoorns, leeuwen en
elanden. Aangezien de krater niet al te groot is is het
hier niet al te moeilijk om een van de BIG FIVE (olifant,
luipaard, buffel, neushoorn en leeuw) te spotten. Giraffen
kom je in de krater niet tegen. Ngorongoro verveelt nooit
en we genieten twee volle dagen van dit spectaculaire wereldwonder.
 Wrattenzwijnen
De grappige warthog loopt altijd met zijn staartje omhoog.
Een gezinnetje bij een hol is leuk om te zien, de vrouwtjes
gaan eerst naar binnen gevolgd door de kids en het mannetje
komt als laatste. Hoewel zijn uiterlijk niet zo florissant
is, is het een grappig dier als je ziet hoe hij over de
savanne loopt of op zijn knieën zit te eten.
 Leeuwen
We zagen twee leeuwinnen met acht welpen die nog maar net
hun oogjes open hadden. De welpjes maakten allerlei bokkensprongen
op de poten en de hals van moeder leeuwin. Het melkgebit
van de welpjes is nog niet stevig genoeg om de huid van
de herbivoren te verscheuren en de welpjes worden getraind
door hun moeder. Ze leren spelenderwijs hoe ze een prooi
moeten doden. Na 15 maanden hebben de welpjes hun echte
gebit. Zodoende zijn de eerste maanden voor de welpjes dus
meer een soort speelkwartier. Dan zie je ze springen van
opwinding op het nog warme lichaam van een prooi die door
moeder is gedood.
 Neushoorn
Zo zagen we een neushoorn met een pasgeboren jong, een
uniek gezicht. Moeder neushoorn houdt echt goed rekening
met de kleine, zodra deze ging liggen, bleef ze bij haar
staan. Ging ze weer staan en lopen, liep moeder weer met
haar mee. Vader neushoorn had al een grote voorsprong op
vrouw en kind en liep een greppel in. Daarna zagen we hem
jammer genoeg niet meer. Neushoorns in het wild zijn zeldzaamheid.
En als je ze tegenkomt is dat zo uniek, deze "oerdieren"
zijn een klasse apart.
 Bij
de bronnen is er gelegenheid om je lunchpakket te verorberen,
maar pas op voor de wouw, dit is een roofvogel bij uitstek.
Neem je buiten de auto een broodje uit je lunchbox kan de
wouw in een vloeiende vliegbeweging het broodje met zijn
scherpe snavel zo uit je handen graaien. Wees dus voorzichtig,
want er zijn dankzij wat eigenwijze toeristen al enkele
ongelukken gebeurd.
De krater achter ons latend beginnen we aan de tocht van
een half uur op weg naar boven. Op de rand van de krater
heb je verschillende lodges en een campsite. In het kamp
hebben we een aardvark met babies en een hyena op nog geen
2 meter afstand kunnen aanschouwen.
vorige
reisverslag | volgende
reisverslag
|